De herijkte fascinatie

door Marc

A4E4151D-7493-4F86-A81C-717B4EBFB9C8.jpeg

Ik heb wat je noemt een herijkte fascinatie voor de dood. Niet dat ik er destijds – je weet wel, tijdens mijn tumorfase – dichtbij ben geweest, althans niet voor mijn gevoel. Aan de andere kant, als je al je emoties – zoals in mijn geval – kwijt bent, ben je eigenlijk ook een soort van dood.

Kortom. Het heeft me wel aan het denken gezet. Dat het leven zomaar opeens voorbij kan zijn. Met de knip van een vinger. Dat weten we allemaal, maar eraan denken: ho maar. En dan heb ik het niet eens over de dood na een lang ziekbed. Of een kort.

Dan denk ik aan mijn ouders.

Van de dood zelf merk je niets. Weg is weg. Of ja, daar is niet iedereen het mee eens. Het leven na de dood kent velerlei vormen, als je de verhalen moet geloven.

Uiteindelijk zijn we niks meer dan een druppel in een oceaan van bewustzijn. Dat heb ik overigens niet zelf verzonnen. Dat las ik in een interview met Jan Geurtz, die door het leven gaat als spiritueel leraar. De beste man is geïnterviewd door journalist Fokke Obbema, die zelf een hartstilstand overleefde en in de verwerking ervan veel zaken tegenkwam die ik tijdens mijn onwelgevallige periode ook ben tegengekomen. Een periode die dus geleid heeft tot mijn herijkte fascinatie voor de dood.

De dood. DE DOOD. In al zijn facetten is het maar een kloterig woord. Die dubbele o. Het charmante van de d wordt volledig teniet gedaan door die twee nare o’s. Die hecht als een tweeling de leuke letters naar de rand duwen. De pestkop van het alfabet, keer twee. En een palindroom, ook dat nog. Dus vooruit of achteruit, de dood is in elke richting een klotewoord.

Deze hernieuwde fascinatie met de dood heeft mij niet spiritueler gemaakt. Die druppel in een oceaan van bewustzijn, ik heb er niks mee. Voor iemand die niet gelooft in iets ná de dood, maar liever gelooft in iets vóór de dood, is zichzelf conformeren aan die dood hartstikke lastig. Of hartstikke simpel. Ligt eraan hoe je erin staat. Persoonlijk vind ik het leven te mooi om dood te gaan.

Voor wie zijn of haar hele leven met de kop in het zand leeft, komt de dood altijd als een verrassing. Dat is maar weinigen gegund vrees ik. Je moet leren accepteren dat het op een gegeven moment voorbij is. En als je dat niet wilt, of als dat niet lukt? Wat dan? Kijk, die Geurtz zit niet met zijn overlijden in de maag. Herinneringen aan zijn overleden vader verdwijnen uit zijn bewustzijn. Vindt ie heerlijk, zegt hij. Net als het leven straks totaal weg is. Deze mens is niet depressief, maar heeft de dood voor wat het is volledig geaccepteerd.

Dat zegt hij, maar voor hetzelfde geld is dat niks meer dan afwerende gedachte. Mij maakt die gedachte doodsbang. Bewuste woordgrap. Volgens Geurtz stamt die angst uit mijn ego. Ik vind mezelf klaarblijkelijk erg belangrijk en wil niet dat ik eindig. Ik zie niet hoe spiritualiteit mij daarvan af kan helpen.

Dan denk ik aan mijn oma. Ze werd 96. Mooie leeftijd. Al mopperde ze al van haar 75ste dat het goed geweest was. Dat is verdomme lang wachten op de dood. Wij lachten daar een beetje mee, want toen ze op haar 90ste (geloof ik) naar een verpleeghuis verhuisde leefde ze opeens op.

Zolang mijn kinderen niet volwassen zijn en de boel op orde hebben, duw ik de dood zover mogelijk uit mijn bewustzijn. Naar de rand van mijn gedachten. Over wat er in mijn lijf plaatsvindt heb ik maar weinig controle. Ik heb wel controle over wat ik met dat lijf doe en wat ik erin stop. Daarom rook ik niet, drink ik geen alcohol en houd ik de boel zoveel mogelijk in beweging. Dat geeft overigens geen enkele garantie op een langer gezond leven, alleen een onbevestigde geruststelling.

Geurtz mag dan oké zijn met de dood omdat hij verwacht terecht te komen in een oceaan van bewustzijn. Fijne gedachte voor hem. Mijn ego is daar te groot voor vrees ik, en dat ego vreest de dood. Daarmee maak ik mezelf misschien te belangrijk voor wat ik ben, wat weer iets van het ego is, maar zolang ik belangrijk ben voor mijn kinderen en R. denk ik de dood zover mogelijk uit mijn buurt. Dan moet alleen het leven een beetje mee zitten. Komt goed. Glas halfvol. En ja dat is naïef. So be it. Het is verdomme mijn dood. Daar blijft het leven met z’n fikken van af.