Leren manifesteren. Les 1

Mijn zwager gaat binnenkort trouwen. Anders gezegd, ze gaan het op een eerder moment afgesloten huwelijk op een mooie plek vieren met vrienden en familie. Zoals de pre-huwelijkse gebruiken en verwachtingen het dicteren, hoort daar vanzelfsprekend een vrijgezellenfeest bij.
Het vrijgezellenfeest bestaat al net zolang als het huwelijk. Dat vermoed ik. Vraag me niet hoe lang precies en of mijn stelling klopt, want ik doe zelden research voor de stukjes die ik schrijf. Toen mijn vriendengroep van weleer nog jong en onbezonnen was (en het huwelijk opeens een ding werd) organiseerden we ook wel eens een vrijgezellenfeest. Die voldeden aan alle clichés. Teveel drinken en de nodige post-puberale ongein die daar logischerwijs op volgt. Afijn. De afloop van zo’n avond wilde wel eens mwah uitpakken.
Nu zijn we (heel veel) ouder en zijn vrijgezellenfeesten opeens weekendjes weg die stijf staan van de verstandige keuzes. Godzijdank zou je denken. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat het vrijgezellenfeest ongeacht wie de bruidegom is, voor mij hetzelfde voelt als te lang onderwater worden geduwd. Liever niet. Dat plus zoals in dit geval te veel mensen die ik niet ken. Dat plus het feit dat ik geen alcohol meer drink om de prikkels te beteugelen. Dat plus mijn introverte inborst. Nou, dat dus.
Mijn zwager weet dat. Daar hebben we het wel eens over.
Het – vermoedelijke – vrijgezellenfeest kwam dichter en dichter bij, maar ik hoorde maar niks. Ook niet terwijl het geruchtencircuit er al volop over roeptoeterde. Voordat ik het vergeet. Ik ken mijn zwagers vriendengroep van zien en af en toe een hallo tijdens een verjaardag. Daar houdt het op. Ik vermoed dat mijn bestaan nauwelijks een rol speelt in hun leven. Andersom geldt dat ook. Zo gaat dat. Leuke groep – ongetwijfeld – maar niet mijn groep. Sommigen voegen probleemloos in bij het onbekende, maar ik niet.
Onlangs hoorde ik uit het geruchtencircuit dat mijn naam bovenaan de vrijgezellenfeestlijst van mijn zwager stond. Mijn naam staat zelden bovenaan lijstjes, dus ik schrok daarvan. Alleen, ik wist van niks. Ook hoorde ik dat alles omtrent de festiviteiten al in kannen en kruiken was. Twee dagen Rotjeknor en ongetwijfeld met heerlijk dineren en stappen. Vulde ik snel in. (Inmiddels weet ik dat mijn aannames klopten, zij het aangevuld met heel veel alcohol.)
Afijn. Op dat moment ging het mis of kwam het goed,- ligt eraan wie je het vraagt. Bij het inkorten van de lijst die te lang was, viel mijn naam er onbedoeld vanaf. (Inmiddels weet ik hoe. Er zijn twee theorieën, waarvan mijn theorie ijzersterk is. Kom ik zo op terug.) Mijn zwager heeft de uiteindelijke lijst waar mijn naam dus niet meer opstond, niet meer gecheckt. Die geloofde het wel.
Nu de crux. Mijn naam had dus nooit van die lijst mógen verdwijnen. Mijn zwager wilde mij wel degelijk uitnodigen en ging er vanuit dat ik – als ik niet mee wilde – mezelf wel zou afmelden. Dat laatste klopt, dat eerste was helemaal niet nodig, maar ik begrijp de beleefdheid.
Laatst belde de organisator van het feest en verontschuldigde zich. Hij had werkelijk geen idee hoe dit had kunnen gebeuren. Handen in het haar. Sorry, sorry, sorry.
“Geen probleem joh”, stelde ik hem gerust.
“Het universum”, vulde ik aan. “Dat mijn naam van de lijst viel, dat is niemand schuld. Hooguit het universum.”
“Het universum?”, hoorde ik.
“Wat ik zeg. Ik heb mezelf van de lijst gemanifesteerd. Dat kan je namelijk leren.”
Hij begreep de knipoog en ik wenste hem een geslaagd vrijgezellenfeest toe.
Inmiddels is een cursus in de maak. Ik niche hem op ‘introverten die stilletjes verkruimelen bij de gedachte aan een tweedaags vrijgezellenfeest met mensen die je niet of nauwelijks kent’.